Agressie en geweld van huurders richting medewerkers van woningcorporaties lijkt helaas steeds vaker voor te komen. Dat is natuurlijk onacceptabel. Meestal volstaat het sturen van een brief aan de huurder, waarin wordt aangegeven dat agressie niet wordt getolereerd. Ook kan worden besloten tot het (tijdelijk) opleggen van een pand- of contactverbod. In dat geval wordt de huurder gesommeerd om alleen nog schriftelijk met de woningcorporatie te communiceren en niet meer telefonisch of aan de balie.
Soms is het agressief gedrag zo extreem dat een woningcorporatie de huurrelatie wil beëindigen. Kan een woningcorporatie dan de rechter vragen om de huurder te veroordelen tot ontruiming? De rechtbank Oost-Brabant oordeelt van wel. Ook uit andere recente uitspraken blijkt dat agressief gedrag van de huurder wordt bestraft [1].
Dreigen met een klauwhamer
In de zaak waarin ik een woningcorporatie onlangs bijstond, waren twee medewerkers door een huurder bedreigd met een klauwhamer. Daarvan was aangifte bij de politie gedaan.
De kantonrechter beoordeelt het incident met de klauwhamer als zó ernstig, dat het in een bodemprocedure reden voor ontbinding van de huurovereenkomst zal worden gevonden [2]. Met minder zal de rechter niet willen volstaan. De rechter geeft aan dat de huurder misschien geen kwade bedoelingen zal hebben, maar dat is niet het enige wat telt. Wat belangrijker is, is wat de medewerkers van de woningcorporatie (en andere huurders) van hem moeten dulden. Een zeker ongemak moet men van hem verdragen, maar het dreigen met een klauwhamer gaat daar zo ver overheen dat het volstrekt onacceptabel is, aldus de kantonrechter in Eindhoven.
Conclusie
Bij ontoelaatbaar gedrag richting de verhuurder, is een procedure tot huisuitzetting dus kansrijk. Een verhuurder moet er immers op kunnen rekenen dat huurders zijn personeel geen geweld aandoen en niet bedreigen.
Neem voor meer informatie contact op met Maudy Vermin of een van onze andere huurrechtspecialisten.
[1] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 21 januari 2020
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2020:165
Gerechtshof Den Haag 14 januari 2020
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2020:27
[2] Rechtbank Oost-Brabant 18 mei 2021
Link vonnis 18 mei (pdf)
