Een overzicht van de belangrijke regelgeving op het gebied van het huurrecht.
- Wet Goed Verhuurderschap
- Wet Vaste Huurcontracten
- Wijziging Huisvestingswet 2014
Wet Goed Verhuurderschap
Op 1 juli 2023 is deze wet in werking getreden. Met deze wet zijn gedragsnormen voor verhuurders geïntroduceerd. Het gaat om onder meer de volgende regels:
- Verhuurder heeft een werkwijze om woondiscriminatie te voorkomen.
- Verhuurder mag maximaal 2 maanden kale huur aan borg vragen.
- Een schriftelijke huurovereenkomst is verplicht.
- Verhuurder geeft de huurder schriftelijk informatie over diverse onderwerpen (informatieplicht).
- Verhuurder mag geen onredelijke servicekosten vragen.
- Verhuurder houdt zich aan extra regels bij verhuur aan een arbeidsmigrant.
- Verhuurder heeft een verhuurvergunning, als de gemeente die verplicht.
De gemeente kan sancties opleggen, als de verhuurder zich niet aan deze regels houdt. Bijvoorbeeld een bestuurlijke boete. In het uiterste geval kan de gemeente zelf de woning in beheer nemen.
Wet Vaste Huurcontracten
Met de Wet Doorstroming Huurmarkt (per 1 juli 2016) is de mogelijkheid ingevoerd om tijdelijke huurovereenkomsten van maximaal 2 jaar aan te bieden voor de verhuur van zelfstandige woonruimte (en huurovereenkomsten van maximaal 5 jaar bij kamerverhuur). Deze huurcontracten eindigen zonder opzegging en zonder huurbescherming na het verstrijken van de afgesproken periode. Omdat de rechtspositie van huurders in de afgelopen jaren is verslechterd, heeft de Tweede Kamer op 16 mei 2023 de Wet Vaste Huurcontracten aangenomen. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer. Het is de bedoeling dat de wet per 1 januari 2024 in werking treedt.
De Wet Vaste Huurcontracten houdt in dat de mogelijkheid om tijdelijke huurovereenkomsten o.g.v. de Wet Doorstroming Huurmarkt te sluiten, komt te vervallen.
Uitzonderingen
Met de volgende categorieën huurders blijft wel een tijdelijk huurcontract (voor maximaal 2 of 5 jaar) mogelijk:
- (buitenlandse) huurders die voor hun werk of studie tijdelijk in een andere gemeente gaan of studeren;
- huurders die wegens renovatie hun woning moeten verlaten en tijdelijk een wisselwoning moeten betrekken;
- huurders uit de maatschappelijke opvang of huurders in een sociale noodsituatie met een aantoonbaar urgente huisvestingsbehoefte;
- huurders met een tweede of laatste kans-huurovereenkomst;
- huurders met wie een tijdelijke huurovereenkomst gecombineerd met begeleiding wordt afgesloten;
- huurders van wie hun overleden bloedverwant in opgaande lijn in de eerste graad of hun voogd een woning van een woningcorporatie huurde en die op het tijdstip van dat overlijden hun hoofdverblijf in die woning hadden.
Deze uitzonderingen golden al sinds 2016 voor woningcorporaties, maar gaan straks ook voor particuliere verhuurders gelden.
Wijziging Huisvestingswet
Op 1 januari 2024 is een wijziging van de Huisvestingswet 2014 in werking getreden Belangrijkste wijzigingen:
1. Voorrang verlenen o.g.v. lokale binding:
- Gemeenten krijgen meer ruimte om eigen inwoners die een huis willen huren of kopen voorrang te geven t.o.v. mensen van buiten de gemeente.
- Gemeenten konden al 50% van de beschikbare huurwoningen toewijzen aan mensen met een economische of maatschappelijk binding. Binnen 50% mocht maximaal 25% worden toegewezen aan mensen met lokale binding.
- Gemeenten mogen voortaan binnen die 50% zelf bepalen hoe zij deze ruimte verdelen tussen mensen met economische, maatschappelijke of lokale binding. Gemeente mag hele 50% toewijzen aan eigen bewoners.
2. Voorrang verlenen aan bepaalde beroepsgroepen:
- Gemeenten krijgen mogelijkheid om d.m.v. een huisvestingsvergunning voorrang te geven aan bepaalde beroepsgroepen met een vitaal belang voor de regionale of lokale samenleving zoals onderwijzers, verpleegkundigen en politieagenten (voorrang binnen de voorrangsgroep).