Recent hebben twee verschillende rechters vonnis gewezen in situaties waarin een huurwoning het doelwit was van een aanslag met explosieven. De aanslagen hadden geleid tot grote schade aan de woningen (en naastgelegen woningen). Vanzelfsprekend hebben de aanslagen ook grote gevoelens van angst en onveiligheid bij de buurtbewoners teweeg gebracht. De zware criminaliteit kwam hiermee voor de buurt akelig nabij. De aanslagen vonden hun oorzaak in een crimineel conflict. De verhuurders in beide hiervoor bedoelde zaken wilden niet dat de huurder(s) zouden terugkeren in het gehuurde. Huurders verweerden zich met het argument dat zij het explosief niet zelf hadden laten afgaan en ook anderszins niet verantwoordelijk konden worden gehouden voor de levensgevaarlijke situatie die was ontstaan. Hoe oordeelde de rechter?
Rechtbank Midden-Nederland d.d. 3 oktober 2023 [1]
In de zaak die de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland kreeg te behandelen ging het om een woning in een appartementencomplex waarop een aanslag met een explosief was gepleegd. Door de explosie was zowel aan het gehuurde zelf als aan andere woningen op dezelfde verdieping enorme schade ontstaan en wel dusdanig dat de bewoners elders moesten worden opgevangen. Bij nader onderzoek bleek dat de ex-partner (tevens medehuurder) van huurster zich in het criminele circuit bevond. Hij werd bedreigd en gezocht door (andere) criminelen. In verband hiermee was huurster een maand voor de aanslag haar woning ontvlucht en bij haar ouders ingetrokken. De verhuurder en politie had zij niet ingelicht over de dreigende situatie. Deze omstandigheid liet de voorzieningenrechter heel zwaar tellen. Door na te laten van de dreiging melding te maken bij de verhuurder en politie – maar ondertussen zelf buiten de woning te verblijven – heeft huurster naar het oordeel van de voorzieningenrechter een gevaarlijke situatie voor de woning en omwonenden laten ontstaan, welk gevaar zich ook daadwerkelijk heeft gerealiseerd. Daarmee heeft zij zich niet gedragen zoals een goed huurder betaamt en moest zij het gehuurde ontruimen.
Rechtbank Rotterdam d.d. 6 februari 2024 [2]
In een ander kort geding voor de Rechtbank Rotterdam ging het ook om een woning in een appartementencomplex. Huurders (man en vrouw) woonden samen met hun meerderjarige zonen (19 en 27 jaar oud) in deze woning. Op enig moment is een zwaar explosief bij de voordeur van de woning tot ontploffing gebracht. Hierdoor is flinke schade ontstaan aan 23 woningen, waarbij 3 woningen tijdelijk onbewoonbaar werden verklaard. De verhuurder wilde huurders niet meer toelaten tot de woning. Uit het politieonderzoek kwam naar voren dat de oorzaak van de aanslag gezocht moest worden in een crimineel conflict waarbij de meerderjarige zonen van huurders (hoogstwaarschijnlijk) betrokken waren. Beide zonen hadden grote aantallen politieregistraties op hun naam staan en de oudste zoon was regelmatig met de politie in aanraking geweest en was onder andere voor het plegen van een gewapende overval veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van een jaar. De explosie had vrij kort na zijn vrijlating plaatsgevonden.
De voorzieningenrechter stelde vast dat de ouders als huurders verantwoordelijk zijn voor de gedragingen van hun inwonende kinderen. Zij waren op de hoogte van het feit dat hun zonen regelmatig met de politie in aanraking zijn geweest en dat hun 27-jarige zoon een gevangenisstraf heeft gekregen voor onder vuurwapenbezit. Toch hebben zij toegestaan dat de zoon nadat hij uit de gevangenis kwam, weer bij hen kwam wonen. Ook na de explosie hadden zij geen stappen ondernomen om hun zoon het huis uit te zetten. Daarmee hebben zij zich volgens de voorzieningenrechter niet als goed huurders gedragen en dienen zij de woning te ontruimen.
Conclusie
In beide situaties oordeelde de voorzieningenrechter dat huurders het gehuurde moesten ontruimen omdat zij zich niet als een goed huurder hadden gedragen. Huurders wisten of konden weten dat er een levensbedreigende situatie was. Door niet in te grijpen hebben zij een gevaarlijke situatie laten ontstaan. In de situatie die de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland moest beslissen valt dit beter te volgen dan in de Rotterdamse situatie. Hoe dan ook, huurders die zich in de criminaliteit begeven en daarmee het gehuurde en de woonomgeving in groot gevaar brengen moeten op hun tellen letten.
Voor meer informatie kan contact opgenomen worden met René Boekhoff of een van onze andere vastgoedspecialisten.
[1] Rechtbank Midden Nederland 3 oktober 2023
[2] Rechtbank Rotterdam 6 februari 2024