Vanaf 1 januari 2016 moet een woningcorporatie voldoen aan de passendheidsnorm. Dit betekent dat corporaties bij nieuwe verhuringen passend moeten toewijzen. Van alle toewijzingen aan huishoudens met een inkomen tot en met de huurtoeslaggrens moet de woningcorporatie zich in ten minste 95% van de gevallen houden aan de volgende huurprijzen:
- bij een- en tweepersoonshuishoudens: maximaal € 576,87*
- bij drie- en meerpersoonshuishoudens: maximaal € 618,24*
(* aftoppingsgrens, prijspeil 2015; kale huurprijs).
Er blijft een marge van 5% bestaan voor uitzonderingssituaties.
Wanneer van toepassing?
De norm geldt voor alle nieuwe verhuringen aan huishoudens met een inkomen tot en met de huurtoeslaggrens. Het passend toewijzen geldt ook voor:
- zorginstellingen die woningen zelfstandig toewijzen, indien het vastgoed in eigendom is van een corporatie (doorverhuur);
- nieuwbouwwoningen, ook als die vlak na 1 januari 2016 worden opgeleverd;
- doelgroepen die huurtoeslag krijgen boven de aftoppingsgrenzen, zoals senioren en huishoudens die een aangepaste (vaak grotere) woning behoeven (tot de liberalisatiegrens);
- onzelfstandige woonruimten;
- woningen (met een huur tot de liberalisatiegrens) in de niet-DAEB-tak.
Correcte toewijzing
De overheid wil hiermee voorkomen dat huishoudens met de laagste inkomens in te dure woningen terecht komen. De accountant van de corporatie moet controleren of de toewijzingen correct zijn verricht. Haalt een woningcorporatie de norm niet, dan kan een sanctie worden opgelegd door de Autoriteit Woningcorporaties (AW), bijvoorbeeld een bestuurlijke boete.
Bij passend toewijzen zal per 1 januari 2016 dezelfde inkomensdefinitie gebruikt worden als die nu al geldt in het kader van de regeling voor staatssteun (90%).