Het gebeurt regelmatig dat de huurder naast een huurovereenkomst voor een woning ook een huurovereenkomst voor een parkeerplaats met de verhuurder sluit. Dat kan op verschillende manieren.
Verhuur van een losse parkeerplaats
Indien een huurder alleen een parkeergelegenheid huurt, dan hebben partijen de vrijheid om zelf de hoogte van de huurprijs te bepalen. Bij deze verhuring is bij wijze van spreken een huurprijs van € 500 per maand toelaatbaar. Partijen kunnen ook zelf bepalen wat de opzegtermijn is. De huurovereenkomst van de parkeerplaats wordt namelijk beheerst door de regels van artikel 7:230a BW (overige gebouwde onroerende zaken).
Verhuur van woning mét parkeerplaats
Het is ook mogelijk om het verhuren van een parkeerplaats te koppelen aan de huurovereenkomst van de woning. Dit kan wenselijk zijn als het niet de bedoeling is dat de huurder nog wel de parkeerplaats huurt, maar niet meer de woning huurt, of omgekeerd. Het belang van een verhuurder om te kiezen voor koppeling kan bijvoorbeeld zijn gelegen in een door de gemeente opgelegde parkeernorm, de stedenbouwkundige opzet van de wijk of een parkeerverbod in de buurt.
Wordt er gekozen voor een gekoppelde woning/parkeerplaats, dan moet er rekening mee worden gehouden dat dit gevolgen kan hebben voor de maximale huurprijs van de woning. Ook als voor de parkeergelegenheid een aparte huurprijs wordt opgenomen is het van belang dat deze huurprijs, samen met die van de woning, onder de maximaal redelijke huurprijsgrens blijft. De huurprijs die voor de parkeerplaats geldt, moet immers worden meegenomen in de puntentelling op basis van het woningwaarderingsstelsel van de woning. Volgens dit stelsel kan voor de parkeerplaats punten worden toegekend. De hoeveelheid punten is afhankelijk van de concrete situatie. Zo levert een genummerde parkeerplaats meer punten op dan een niet-genummerde parkeerplaats. Nu de parkeerplaats wordt meegenomen in de puntenwaardering, heeft de koppeling ook gevolgen voor de huurtoeslag. Overigens telt dit alleen maar als het gaat om niet-geliberaliseerde verhuur.
Koppelen. Een of twee huurcontracten?
Indien de woning en parkeerplaats in één huurovereenkomst worden verhuurd, dan valt de parkeerplaats onder de regels van het huurrecht woonruimte. Dat is ook het geval indien twee aparte huurovereenkomsten worden gesloten, waarbij er door middel van de bepaling in beide overeenkomsten een koppeling wordt aangebracht inhoudende dat de ene huurovereenkomst niet zonder de andere kan worden beëindigd.
Het is vaak eenvoudiger om de woning en parkeerplaats in één huurcontract te verhuren tegen één huurprijs. Bij twee afzonderlijke huurcontracten kan een huurder één huurovereenkomst, bijvoorbeeld die van de parkeerplaats, namelijk iets makkelijker opzeggen. Bij de verhuur op één contract, zal wel aandacht moeten worden geschonken aan de vraag of aanvullende bepalingen nodig zijn voor de parkeerplaats, zoals een bepaling over de bestemming (welke voertuigen mogen wel/niet gestald worden).
Huurder zonder auto
In de meeste rechterlijke uitspraken worden bovengenoemde regels toegepast. Er zijn echter ook uitzonderingen. Zo heeft de kantonrechter Leiden in 2009 geoordeeld dat een huurder die geen auto heeft, de mogelijkheid moet hebben om de parkeerplaats onder te verhuren.
Afronding
Uit het bovenstaande volgt dat als de woning en de parkeerplaats gekoppeld worden verhuurd, de woning en de parkeerplaats onder de spelregels van het huurrecht voor woonruimte vallen, met alle gevolgen van dien voor de huurprijs en huurtoeslag. Dit is de hoofdregel, waarop in de rechtspraak soms een uitzondering wordt gemaakt.
Al met al doet een verhuurder er goed aan om bij het aangaan van een huurovereenkomst na te denken over de vraag of het verstandig is de parkeerplaats wel of niet te koppelen aan de huurwoning.
Voor informatie over dit artikel kunt u contact opnemen met Maudy Vermin of een van onze andere huurrechtspecialisten.
