De hennep kwekende huurder bezorgt woningcorporaties behoorlijk wat kopzorgen. Niet alleen gaat hennepkweek vaak gepaard met overlast voor de woonomgeving en beschadiging van het gehuurde, maar er moet ook behoorlijk wat tijd en geld worden gespendeerd aan het voeren van gerechtelijke procedures tot beëindiging van de huurovereenkomst en ontruiming van de huurwoning. De laatste tijd krijgen woningcorporaties in toenemende mate ook te maken met gemeenten die aan hen een behoorlijk hoge bestuurlijke boete opleggen vanwege de aanwezigheid van de (inmiddels opgerolde) hennepkwekerij in de woning. Hoe kan dit en valt daartegen iets te doen?
Bestuurlijke boete
De grondslag voor de bestuurlijke boete is te vinden in de Opiumwet, de Woningwet en in de Huisvestingswet. Het op bedrijfsmatige schaal kweken van hennep is niet alleen strafbaar maar kan ook leiden tot sluiting van de woning en het opleggen van een bestuurlijke boete. De boete kan aan de hennep kwekende huurder (feitelijke overtreder) worden opgelegd, maar ook aan de eigenaar/verhuurder (functioneel overtreder). Aangezien de eigenaar/verhuurder (en zeker een woningcorporatie) financieel meer verhaal biedt dan een huurder, is die voor de gemeente een aantrekkelijke partij om een boete op te leggen.
Taak eigenaar/verhuurder
De eigenaar/verhuurder kan volgens de rechtspraak alleen aan de bestuurlijke boete ontkomen als hij aannemelijk kan maken dat hij niet wist en niet kon weten dat de woning als hennepkwekerij werd gebruikt. Daar komt nog behoorlijk wat bij kijken. Zo moet de eigenaar/verhuurder in elk geval kunnen aantonen dat hij bij het aangaan van de huurovereenkomst serieus de identiteit en bedoelingen van de aspirant-huurder controleert. Gelet op de verplichtingen die een woningcorporatie heeft in het kader van het passend toewijzen zal deze hobbel al wel snel genomen zijn, zeker als het gaat om personen van wie nog geen eerder wangedrag bekend is. Daarnaast wordt van een eigenaar/verhuurder verlangd dat hij (op een of andere wijze) regelmatig controleert of het gehuurde conform de bestemming wordt gebruikt. Ook op signalen vanuit de woonomgeving zal alert gereageerd moeten worden.
Woninginspectie verhuurder
Voor wat betreft de controleverplichtingen gedurende de huurtijd heeft de kantonrechter in Amsterdam overigens al eens beslist dat deze niet zover gaan dat de verhuurder zonder toestemming van de huurder en zonder enige aanleiding – zeg maar: steeksproefsgewijs – een huurwoning mag binnentreden en controleren. Volgens de rechter vormt dat een ontoelaatbare inbreuk op het recht van privacy en het huurgenot van de huurder. Het ligt voor de hand dat bij gebreke van deze controlemogelijkheid de eigenaar/verhuurder in het kader van de beoordeling van de bestuurlijke boete niet kan worden verweten dat hij onvoldoende toezicht heeft gehouden.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met René Boekhoff of een van onze andere huurrechtspecialisten.
Kantonrechter Amsterdam 23 oktober 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:7771,