Het was tot voor kort niet duidelijk of zonnepanelen roerende of onroerende zaken zijn. Jurisprudentie was er niet. In de juridische literatuur werd aangenomen dat zonnepanelen, die vaak gemakkelijk en zonder (aanzienlijke) beschadiging van het dak kunnen worden verwijderd, roerend zijn.
Jurisprudentie
Daarbij werd (en wordt) niet zelden gewezen op recente jurisprudentie in het kader van zonneschermen waaruit te concluderen valt dat in veel gevallen zonneschermen als roerende zaak moeten worden beschouwd. Op 28 juni 2016 heeft de rechtbank Gelderland echter beslist dat zonnepanelen (in een zonnepark) onroerende zaken zijn¹.
In deze zaak ging het om een zonnepark, bestaande uit een zonnekrachtinstallatie voor het opwekken van elektriciteit uit zonne-energie door middel van (36.000) zonnepanelen. Deze zonnepanelen waren met moeren vastgemaakt op stalen profielen die op hun beurt bevestigd waren aan een stalen onderstel dat zich deels (tot 80 à 90 centimeter) in de grond bevond. De gehele installatie was eenvoudig te demonteren. Het gehele terrein van het zonnepark was omgeven door een hoog hekwerk.
Gelet op deze feiten was de rechtbank van mening dat het zonnepark moest worden aangemerkt als een onroerende zaak. Volgens de rechtbank was het zonnepark naar aard en inrichting bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven, welke bestemming ook naar buiten kenbaar was. Daar deed volgens de rechter niet aan af dat de zonnepanelen, de stalen profielen en het onderstel door eenvoudige demontage naar een andere locatie konden worden verplaatst.
Gevolgen voor huurrecht
Hoewel deze uitspraak is gedaan in het kader van het belastingrecht, kan deze uitspraak ook van belang zijn voor het huurrecht. Immers, de exploitatiekosten die zijn verbonden aan een onroerende voorziening kunnen niet via de servicekosten in rekening worden gebracht, maar dienen via de huurprijs te worden terugverdiend.
Zijn zonnepanelen nu altijd te kwalificeren als een onroerende zaak? Dat is maar de vraag. In het door de rechtbank besliste geval ging het om een groot zonnepark dat gelet op de uiterlijke omstandigheden klaarblijkelijk bestemd was om duurzaam ter plaatse te blijven. Of dat ook het geval is met zonnepanelen op de dak van een huurwoning is niet zonder meer helder.
Duidelijk is wel dat alleen het argument van eenvoudige demontage (zonder veel kosten) geen doorslaggevend argument is. Het moet gaan om de naar buiten toe blijkende bedoeling van de bouwer. Zonnepanelen die door de verhuurder bij de bouw zijn aangebracht en volledig zijn geïntegreerd in het dak van de woning zullen naar verwachting eerder als onroerend zijn te kwalificeren dan zonnepanelen die de op verzoek van de huurder zijn geplaatst op een plat dak in een metalen frame dat alleen is verzwaard met een betonelement.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met René Boekhoff.
¹ http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2016:3469