Op 3 februari 2016 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan, die van grote invloed kan zijn op het huurprijsbeleid van woningcorporaties. Volgens de Raad van State mag de Belastingdienst geen inkomensgegevens verstrekken aan verhuurders omdat een deugdelijke wettelijke basis ontbreekt. De Belastingdienst is dus verplicht tot geheimhouding. De afgelopen drie jaar zijn veel zogeheten scheefwoners geconfronteerd met huurverhogingen van zo’n 5% per jaar. De totale huurverhoging loopt in de tientallen miljoenen.
Reparering wetgeving
Uit de uitspraak blijkt dat minister Blok de wetgeving moet repareren zodat de Belastingdienst in de toekomst wel de inkomensgegevens mag verstrekken aan verhuurders. Blok schrijft in een brief aan de Tweede Kamer hier al mee bezig te zijn in zijn wetsvoorstel om de doorstroming te bevorderen:
‘In dit wetsvoorstel wordt in de wetstechniek de vorm gekozen dat de Belastingdienst expliciet de verplichting krijgt deze verklaringen te verstrekken. Indien dit wetvoorstel spoedig door beide Kamers wordt aanvaard en in werking treedt, kan de Belastingdienst in ieder geval tijdig voor de huuraanzeggingen per 1 juli 2016 de inkomensverklaringen verstrekken.’
Gevolgen voor huurverhogingen
De uitspraak roept de vraag op wat er gebeurt met de huurverhogingen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden. Wij zijn van mening dat huurders in beginsel geen recht hebben om huurverhogingen terug te vragen. De Raad van State velt hier geen expliciet oordeel over omdat de zaak was aangespannen door een huurder die alleen om principiële redenen bezwaar maakte tegen de verstrekking van persoonlijke gegevens. De huurder had geen inkomensafhankelijke huurverhoging opgelegd gekregen omdat zijn inkomen daartoe ontoereikend was. De huurder vroeg wel om een immateriële schadevergoeding omdat hij geestelijk zou hebben geleden onder de privacyschending. Deze eis werd door de Raad van State afgewezen.